Inmiddels zitten de eerste twee weken in ‘quarantaine’ erop. We blijven zoveel mogelijk binnen, al lukt dat met een buitenkind als Marijn natuurlijk niet helemaal. Toch vermijden we zoveel mogelijk contact met anderen. Marijn weet immers niet wat ‘afstand houden’ inhoudt en neemt het niet zo nauw met de hygiëne. Wij proberen dat dus zo goed mogelijk te doen: extra schoonmaakbeurten in huis, nog wat vaker zijn en onze handen wassen en elke avond douchen.
Marijn is ondertussen met hele andere dingen bezig. Hij kijkt ons vaak zoekend aan. We voelen zijn vragen. Waarom komt de bus niet meer? Waarom gaat hij niet meer paardrijden? Wanneer gaat hij weer logeren? Hij verwacht antwoorden, dat weten we. Maar die hebben we niet. We negeren het zoveel mogelijk. Marijn zal een uitleg over de corona-crisis immers niet begrijpen.
Twee weken thuis. Zelfs dochter Esmee woont weer tijdelijk thuis. Aangezien zowel Alco als ik in het onderwijs werken en ook Esmee online lessen heeft, was het even zoeken naar een balans in huize Van Dijk. Maar inmiddels hebben we die prima gevonden. De woonkamer en keuken is voor ontspanning en we hebben het geluk dat we allemaal een eigen plek hebben om te werken en te overleggen. Regelmatig even samen een kopje koffie in de zon, een rondje fietsen of even een spelletje doen, is zelfs heel gezellig. Inmiddels loopt de dagopvang van Marijn ook al twee weken in aangepaste vorm door. Dat is een verademing, zeker gezien de hectiek op ons werk. Want als Marijn thuis was geweest, dan hadden we allebei ons werk (grotendeels) neer kunnen leggen. Maar bovenal biedt het doorgaan van de dagopvang de broodnodig structuur voor Marijn.
Tuinman
Toch merk ik dat we op onze tenen lopen. We proberen Marijn zoveel mogelijk duidelijkheid te geven, maar dat lukt helaas niet altijd. Want ook al is de dagopvang open, alle vaste activiteiten zijn afgelast, veel kinderen en begeleiders zijn afwezig en papa of mama moet hem elke dag brengen of halen. Dus zoekt Marijn naar nieuwe bakens om zich aan vast te houden.
Na een paar dagen maakte Marijn een, voor ons, onbekend gebaar. Hij kan namelijk heel goed zelf gebaren verzinnen. We moesten echt even zoeken wat hij bedoelde, maar al snel werd het ons duidelijk. Marijn zijn nieuwe baken is de tuinman van het orthopedagogisch dagverblijf. De tuinman was de eerste week een paar keer aan het werk en Marijn mag dan kijken en soms even ‘helpen’. Elke avond vraagt Marijn nu of de tuinman ook weer komt. Maar dat weten we natuurlijk niet. Daar neemt Marijn echter geen genoegen mee en blijft het keer op keer ‘vragen’. En als Marijn ’s ochtends bij de dagopvang komt, speurt hij al naar de auto van de tuinman. Staat die er? Dan rent hij de auto uit. Staat zijn auto er niet? Dan blijft Marijn stokstijf zitten.
En zo gaat het ook ’s middags als Marijn thuiskomt. Ook dan is alles anders. Normaal zijn papa en mama nooit samen thuis en zus Esmee ziet hij nog maar zelden omdat ze op kamers woont. Het zijn kleine voorbeelden van momenten waarvan Marijn al in de war raakt. Zijn leven bestond al jaren uit een vast ritme, waarin alles voorspelbaar was. Ons leven was al grotendeels afgeschermd van onverwachte gebeurtenissen. Het was heerlijk saai. Het gaf Marijn én ons heel veel rust. Door de maatregelingen om het corona-virus af te remmen zien we deze zorgvuldig opgebouwde muren om Marijn afbrokkelen. Dus zoeken we naar een nieuw ritme, naar een nieuwe structuur. En dat is niet zo makkelijk, aangezien alles wat Marijn leuk vindt onmogelijk is.
Verbannen naar boven
Dus hoe doen we dat dan ’s middags? Heel simpel. Als Marijn thuiskomt, is een van ons bij hem. De andere gezinsleden zijn vooraf met genoeg drinken en wat lekkers naar boven verbannen om daar de komende uren in stilte door te brengen. Geen online afspraken en zo min mogelijk gezellige onderonsjes met elkaar om te voorkomen dat Marijn het hoort. Doen we dat niet, dan is Marijn onrustig en verzint hij allerlei activiteiten om te doen. Vaak zijn dat dingen die op dit moment niet kunnen, waardoor een ontploffing vaak het gevolg is. En dat willen we juist zoveel mogelijk voorkomen.
Afgelopen week was Marijn na het eten met Esmee aan het spelen, ook een van zijn nieuwe vaste rituelen trouwens, toen hij plotseling buiten de buurman zag en de link legde met de trampoline (want de dag ervoor was de buurman ook buiten bezig en toen was Marijn op de trampoline aan het springen). Het was echter al te laat en te koud om nog buiten te gaan springen. Toen Marijn doorkreeg dat hij niet naar buiten mocht, vlogen de kussens en het dekbed door de slaapkamer. We moeten steeds alert zijn dat hij niet een nieuwe structuur bedenkt, die we straks weer moeten afleren.
Ambulant begeleiders
Toch zijn de weekenden op het ogenblik spannender. Dan is Marijn continu thuis. Vooralsnog beschouwt Marijn elk weekend thuis als een feestje, maar dat slaat snel om als alles anders gaat dan normaal. Gelukkig staat de visboer nog wel op het planbord. Dat papa daar zijn zoute haring niet meer op mag eten, vindt Marijn prima. En dat het drinken en koekje op een bankje in het frisse voorjaarszonnetje plaatsvindt, is ook geen probleem. En gelukkig kan ook een ritje met de trein en een rondje roltrappen op het station nog. Het is alleen maar fijn dat het daar nu zo rustig is.
Maar daarna wordt het lastig. Er komen opeens wisselende ambulant begeleiders aan huis die hij niet kent of normaal gesproken alleen op het logeerhuis ziet. Dat hoort niet. Dan kan de foto van deze begeleider nog wel zo mooi op zijn planbord hangen, dat betekent natuurlijk niet dat hij het ermee eens is. Sterker nog, je voelt Marijn zijn onmacht. Vorige week was er nog een bekend gezicht. Toen ging het zaterdag moeizaam, maar zondag leek hij het prima te vinden. Dit weekend verliep moeizamer. Een onbekend gezicht. Marijn verzette zich, vooral zaterdag heftig en sloeg op alles wat in de buurt stond. Vandaag ging iets beter. Toch breekt ons hart als we hem zo boos weg zien gaan. Ook al weten we dat het over is, zodra we uit het zicht zijn verdwenen. Daarna geniet hij gelukkig van de wandelingen met de ambulant begeleider. We krijgen geruststellende appjes en foto’s, zodat wij ook echt even kunnen ontspannen.
Het is dus nog even puzzelen en volgend weekend gaan we vol goede moed opnieuw zoeken naar het juiste ritme voor Marijn, zodat hopelijk de boze buien snel afnemen. We duimen ondertussen dat Marijn de ambulant begeleiders makkelijker gaat accepteren. Het moet toch steeds makkelijker worden? Dat hopen we, want anders is de grote vraag hoelang we dit met Marijn gaan volhouden. In de tussentijd leven we van dag tot dag. En zo hebben we het al twee weken overleefd.
(foto’s zijn gemaakt door de begeleiding van de dagopvang en de ambulant begeleiders in het weekend)