Ik
ben een brusje. Een brusje is iemand die een broertje of zusje heeft met een
stoornis of handicap. Als brusje krijg je vanaf jonge leeftijd te maken met
extra verzorging en aandacht, voor de broer of zus met een beperking.
Als brus kom je vaak op de tweede of derde plaats omdat je broer of zus meer
aandacht nodig heeft en dus moet jij even wachten of je aanpassen. Zelf heb ik
er weinig last van gehad. Natuurlijk kreeg ik niet altijd mijn zin en
natuurlijk moest ik af en toe even wachten op mijn beurt of moest ik mijzelf
gaan vermaken.
Kapot
maken
Wat me het meeste is bijgebleven, is dat ik niet zomaar vriendinnetjes mee naar
huis kon nemen. Zeker toen Marijn ouder werd, moest hij daar op voorbereid
worden. En als Marijn dan thuis was, moest ik met mijn vriendinnetjes boven
spelen. We mochten ook wel beneden blijven, maar dan wilde Marijn mee spelen.
Daar had ik natuurlijk niet altijd zin in, vooral omdat hij meestal alles kapot
maakte. Zo heeft hij ooit het hoofd van mijn favoriete baby born eraf
getrokken. Uiteindelijk heb ik vooral heel veel buiten gespeeld met kinderen in
de straat.
Verder mocht ik absoluut niet spelen met kleine dingen in de buurt van Marijn,
zoals strijkkraaltjes en barbies. Marijn deed alles in zijn mond. Dit kon ik
dus alleen op mijn kamer doen of op de momenten als Marijn niet thuis was.
Gelukkig gaven mijn ouders mij ook voldoende aandacht. Tussen de middag was er altijd iemand thuis om gezellig samen te eten en te luisteren naar mijn verhalen. Ook ging ik wat vaker dingen doen met alleen mama of papa. Ook in de vakanties was er alle tijd voor mij, omdat mijn ouders dan ook vrij waren en Marijn meestal gewoon naar de dagopvang ging. En dan konden vriendinnetjes heerlijk bij ons binnen spelen, zonder dat Marijn ook aandacht wilde.
Verder was ik als kind al erg zelfstandig en kon ik me prima in mijn eentje vermaken. Ik denk dat ik dit grotendeels heb geleerd doordat het niet anders kon. Maar ik heb daar, nu ik op kamers woon, eigenlijk ontzettend veel profijt van. Dus als ik nu zo terugkijk,kan ik zeggen dat ik er tevreden mee ben hoe het is gegaan.
Andere brussen
Toen ik wat jonger was ben ik een of twee keer naar een bijeenkomst geweest met andere brussen. Het doel van deze bijeenkomsten was dat je ook even kind mocht zijn, dat je gezien werd en dat je door kreeg dat je niet de enige was met een bijzondere broer of zus. Zelf vond ik dit nooit leuk, vandaar dat ik er maar een of twee keer ben geweest. Ik was vroeger nogal verlegen, maakte dus niet zo makkelijk contact en ik had helemaal geen behoefte aan het vertellen van mijn verhaal. Dat vond ik namelijk helemaal niet zo bijzonder. Gelukkig lieten mijn ouders mij zelf beslissen of ik hier wel of niet heen wilde gaan.
Tijdens mijn middelbareschooltijd, zorgden mijn ouders er ook altijd voor dat ze mijn mentor inlichtte over Marijn. Wat ik natuurlijk onzin vond. Altijd kreeg ik weer dezelfde vraag: gaat het goed thuis? Ja natuurlijk ging het goed en ik snapte niet waarom mijn ouders het per se wilden vertellen. Als ik het wilde vertellen kon ik dat toch ook zelf? Het laatste jaar was ik ze te snel af, want toen heb ik het zelf maar verteld aan mijn mentor.
Brussen worden ook wel eens gezien als jonge mantelzorgers. Ze helpen vaak mee in het huishouden of verzorging van het kind. Naast de gebruikelijke taakjes als kind (je kamer opruimen, tafel dekken, etc.) heb ik eigenlijk nooit hoeven te helpen bij de verzorging van Marijn. Wat mijn ouders wel regelmatig zeggen, is dat ze hopen dat als hun wat overkomt, dat ik dan de zorg voor Marijn overneem. Ik zou niet weten waar ik moet beginnen, zeker nu Marijn nog thuis woont. Gelukkig hebben mijn ouders een toekomstplan liggen voor Marijn waarin ik dan alles zou kunnen vinden. Laten we hopen dat ik dat nog lang niet nodig heb.