‘Oma, waarom haal je ons niet zo vaak op?’, vroeg mijn kleinzoon afgelopen week. Het was voorjaarsvakantie en Marijn was aan het logeren. Eindelijk weer eens tijd voor onze kleinzoons. Wacht even…hier moet ik volgens mij iets uitleggen. Kleinkinderen? Ja inderdaad. Alco heeft twee zoons uit een eerder huwelijk en zijn oudste zoon is inmiddels vader van twee jongens: Bram (6) en Anne (3). Wij zijn dus ook al trotse opa en oma.
Onze kleinzoon van zes had helemaal gelijk. We halen ze niet vaak op. Simpelweg omdat Marijn al onze tijd opslokt. En als hij aan het logeren is, hebben we eindelijk tijd voor elkaar of om even bij te tanken. Om over de rest van de familie en vrienden het maar niet te hebben, want die zien we ook veel te weinig. Het lastige is dat we Marijn meestal niet mee kunnen nemen. Marijn vindt al die prikkels moeilijk om te verwerken en wil dan ook graag gelijk weer weg. En thuis raakt hij meestal in de war als er plotseling visite komt, met als gevolg boze buien tijdens of na een bezoek. Meestal plannen we alle activiteiten dus om Marijn heen, omdat dit hem én ons veel meer rust geeft.
Ik probeerde mijn kleinzoon uit te leggen dat Marijn meestal thuis is, waarop hij antwoordde dat hij best samen met Marijn kon spelen. Ik vertelde dat Marijn niet uitkijkt en dat dit dus gevaarlijk is. ‘Maar ik kijk wel uit hoor, dan spring ik gewoon opzij als Marijn zich laat vallen.’ Zo simpel werkt het helaas niet. We moeten er niet aan denken dat Marijn met zijn 75 kilo bovenop een van de kleintjes valt. Of dat Marijn plotseling in een hele boze bui een stoel of deur tegen ze aan gooit. Of dat Marijn een aanval krijgt en we de kleinkinderen aan hun lot over moeten laten. Helaas, de kleinkinderen zijn nog te klein om tegelijkertijd met Marijn bij ons te zijn. En dus moeten we, met pijn in ons hart, accepteren dat we minder tijd voor de jongens hebben dan dat we zouden willen. Want we genieten altijd enorm als de jongens bij ons zijn. Ook al is het tegelijkertijd best confronterend.
Speelgoed
Ons huis staat nog bomvol speelgoed, want je weet immers nooit of Marijn er toch nog mee gaat spelen. En dus rennen de jongens altijd enthousiast naar Marijn zijn kamer als ze bij ons zijn. Er is altijd wel iets leuks te vinden om mee te spelen. Nog mooier vinden ze het als we samen de duplo trein op gaan zetten. Die trein was ooit voor Esmee en Marijn bedoeld, maar Marijn heeft er nooit mee gespeeld. Toen hij nog klein was, vond hij het wel mooi om te kijken hoe de trein rondjes reed. Later vond hij het vooral leuk om de rails weer uit elkaar te halen en in de doos te gooien.
Ik vind het prachtig om samen met mijn kleinzoons een zo’n groot mogelijke treinbaan in elkaar te zetten. Vervolgens spelen ze uren met knalrode wangen van inspanning. Ik zit in een hoekje op de bank en geniet van hun spel. Tegelijkertijd zie ik dat ook onze jongste kleinzoon Marijn inmiddels ruimschoots voorbij is gegaan qua ontwikkeling. Hij bouwt al een stuk treinbaan in elkaar en begrijpt feilloos wat ik bedoel als ik hem iets vraag.
Mijn kleinzoons halen me regelmatig uit mijn gedachten omdat ze wat willen eten of drinken of even komen knuffelen. Als we later gezellig met z’n allen op de bank zitten, zie ik opnieuw de grote verschillen met Marijn. Allereerst teuten ze er gezellig op los, terwijl Marijn niet verder komt dan grommende klanken. Maar ze genieten ook heerlijk van hun drinken en een koekje of snoepje. Marijn zou het drinken in een keer achteroverslaan en bij een snoepje zouden we bang moeten zijn voor verstikkingsgevaar. Dat is bij hun niet het geval. Deze momenten zijn zoveel ontspannender.
Op een gegeven moment is het tijd om de jongste naar bed te brengen. Ik geef hem een schone luier en gooi zijn benen bijna in zijn nek. Ik ben de zware, lange benen van Marijn gewend. Och… wat zijn die luiers nog klein en wat gaat het schoonmaken van zijn vieze billetjes gemakkelijk. Even later ligt Anne tevreden in het bed van Marijn. Al moeten de deurtjes van het bed wel openblijven. Als ik dat blonde koppie zo zie liggen, schieten mijn gedachten weer jaren terug in de tijd. Marijn was ongeveer net zo oud als Anne, toen hij voor het eerst in de bedbox sliep. Zo klein en dan al in zo’n groot en bijzonder bed. Ik slik.
Ach… zo kan ik nog wel even doorgaan. Het is genieten als de jongens er zijn, maar tegelijkertijd doen ze me meer dan ooit beseffen hoe anders het leven met Marijn is verlopen. Het enige wat niet anders is, is dat Alco de volgende ochtend om zes uur naar de slaapkamer van Marijn liep, omdat ditmaal niet Marijn maar onze kleinzoon wakker was.